Steeds meer stikstof in de lucht, steeds hetere zomers en steeds langere rijen bij de Voedselbank; in de nabije en verre toekomst staan we alleen in Nederland al voor heel wat uitdagingen. Hoewel we onze individuele verantwoordelijkheden als consument niet moeten onderschatten, ligt de sleutel tot grootschalige verandering bij de markt en de overheid.
Aanbestedingen zijn een instrument waarmee overheden ondernemingen kunnen sturen richting duurzaam en sociaal beleid. Maar als het erop aankomt blijft de overheid kiezen voor de ondernemer die het snelst en goedkoopst levert. Op hun beurt komen ondernemers ook niet altijd met duurzame of sociale oplossingen. Wat is er aan de hand?
Grote voetafdruk, kleine portemonnee
Terwijl overheden het hoogste woord voeren over circulariteit is daar in hun inkoopbeleid maar weinig van te merken. Uit onderzoek van milieuorganisatie Natuur&Milieu blijkt bijvoorbeeld dat maar 8% van de gemeenten voldoet aan de landelijke duurzaamheidscriteria voor hun eigen vervoersmiddelen. Ook vorige week concludeerde Bouwend Nederland dat duurzaamheid amper een rol speelt in aanbestedingen. De ambtenaar let beter op zijn portemonnee dan op zijn voetafdruk.
Social Return en MVO
Er zijn in de afgelopen jaren zeker positieve ontwikkelingen in de aanbestedingswereld. Zo komen we Social Return on Investment (SROI) steeds vaker tegen, en vormen duurzaamheid of Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) soms een apart gunningscriterium. Helaas zijn dit zulke vage begrippen dat zelfs de minst sociale inschrijver naar een goede score toe kan schrijven. En dat gebeurt dan ook: de meeste organisaties vullen hun SROI-percentage in met één of twee stageplaatsen. Sympathiek, maar het zet geen zoden aan de dijk.
Sustainable Development Goals
Dat terwijl de overheid zichzelf hele concrete doelstellingen heeft gesteld: de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) en onderliggende subdoelen, tot stand gekomen vanuit een samenwerking tussen overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Van verantwoorde consumptie en productie tot duurzame steden en gemeenschappen: hier liggen geweldige uitdagingen voor de markt. Mooie uitgangspunten voor een aanbesteding, zou je zeggen. Waarom blijven overheden dan genoegen nemen met symbolische keurmerken en SROI-percentages? Of waarom nemen bedrijven zelf niet het heft in handen?
Verantwoordelijkheid voor markt én overheid
Onderzoeksbureau Sustainalize onderzocht eind vorig jaar de rol van SDG’s in bedrijven en overheden. Conclusie: zowel de markt als de overheid kan een gebrek aan verantwoordelijkheid worden verweten.
Allereerst de bedrijven: zij zien de SDG’s vooral als communicatiemiddel om te vertellen wat ze nu al doen. Ondernemers kloppen zichzelf dan maar al te graag op de borst met hun NS business card, FSC-papier of elektrische laadpaal. Dat terwijl SDG’s juist moeten inspireren tot nieuw beleid: als deze doelstellingen ergens toe oproepen is het juist om niet op dezelfde voet door te gaan. De duurzaamheidsdoelstellingen vragen van bedrijven om een brede visie te ontwikkelen op hun bijdrage aan welvaart, duurzaamheid én gelijkwaardigheid.
Ondernemers wijzen weer naar de overheid en stellen dat ze onvoldoende worden uitgedaagd om te komen met circulaire en innovatieve ideeën. In hun inkoopbeleid geven overheden nog bepaald geen hoofdrol aan sociale en duurzame maatregelen. En als ze dat wel doen, kaderen ze de aanbestedingen zó in, dat er geen ruimte meer is voor nieuwe ideeën. Want inkopers die opdrachten dichttimmeren met de keurmerken, normen en methodes die ze gewend zijn, beperken hiermee de mogelijkheden van inschrijvers om met een radicaal nieuwe oplossing te komen.
De wereld van morgen
Hoe lang gaan we nog bakkeleien en wachten tot de ander in actie komt? Nu het goed gaat met de economie en de eerste experimenten laten zien dat het mogelijk is, ligt de verantwoordelijkheid bij beide kanten. Bedrijven: ontwikkel een beleid niet alleen voor de bühne, maar kom met maatregelen die werkelijk iets bijdragen. En gemeentes: beoordeel niet alleen vanuit uw eigen budget, maar vanuit de kosten voor het klimaat en de maatschappij. Dan bieden we toekomstige generaties misschien méér dan alleen een stageplek.