Torenhoge energieprijzen en schokkende inflatie; we zitten in een tijd waarin we ieder dubbeltje moeten omdraaien. Maar wonder boven wonder: het kabinet verkondigde trots dat de staatskas al die tijd dik gevuld was! Na alle steunpakketten van de afgelopen crisisjaren bleek er zelfs een potje van 16 miljard (!) beschikbaar voor alle lage en middeninkomens. Bijna een miljard per Nederlander. Dachten we het moeilijk te hebben, blijkt alles opgepot.
Hier zit precies de grote denkfout van het kabinet. Potjes zijn geen oplossing. Potjes zijn datgene wat je nodig hebt zodra je een oplossing hebt bedacht.
Geween en getandenknars
Als domineeszoon moest ik denken aan de parabel van de talenten. Een man die op reis gaat vertrouwt z’n muntstukken (“talenten”) toe aan zijn drie dienaars. De ene krijgt vijf talenten, de tweede twee en de derde één. De eerste twee zetten hun muntstukken gelijk in, met de hoop er meer mee te verdienen. Maar de derde begraaft z’n ene muntstuk veilig in een gat in de grond.
Toen de man terugkwam ging hij z’n drie dienaars langs. De eerste toverde door hard werken geen vijf, maar tien talenten tevoorschijn. De meester was tevreden over z’n bekwaamheid, nodigde hem uit voor een feestmaal en stelde hem naast die tien talenten verantwoordelijk over een veel groter bedrag. Ook de tweede had zijn inleg verdubbeld, en daarmee een feestmaal en een grotere verantwoordelijkheid verdiend.
De derde dienaar vertelde dat hij het muntstuk had verborgen en weer veilig had opgegraven. De meester was woest, en zei dat hij bij de bank al meer rente had kunnen krijgen dan hij nu had verdiend. Hij pakte de dienaar zijn ene muntstuk af, gaf het aan de dienaar met tien talenten en stuurde de falende knecht in de duisternis met zijn “geween en getandenknars”.
Diepe broekzakken
In plaats van trots vertellen hoe diep de broekzakken wel niet zijn, zou het schaamrood het kabinet op de kaken moeten staan. Want die asiel-, woon-, zorg-, klimaat-, stikstof-, corona- en koopkrachtcrisis komen allemaal niet uit de lucht vallen. Voor een groot deel is dat juist een gevolg van die jarenlange bezuinigingen. Terwijl er dus blijkbaar voldoende geld beschikbaar was is er al die tijd beknibbeld op begeleiders en opvanglocaties, worden leraren permanent onderbetaald en belasten we zorgpersoneel met een voortdurende administratiedruk. Het voelt letterlijk als het begraven van onze nationale talenten.
De kosten voor de lange termijn
Dat is deels ook een gevolg van EMVI-aanbestedingen. Want jarenlang hebben we geschreven en gegund op basis van de beste kwaliteit en de laagste prijs. Beiden hebben we proberen te objectiveren. Kwaliteit in een aantal gunningscriteria, en prijs in uurtarieven, productprijzen en opslagpercentages. We hebben veel gesteggeld over hoe objectief die gunningscriteria wel of niet zijn, en hoe moeilijk het is om kwaliteit te meten.
Maar is het juist niet de prijs die we al die tijd verkeerd hebben gemeten? Want iedere aanbesteding die vraagt om prijzen voor de komende paar jaar vergeet de belangrijkste kosten mee te nemen: de kosten voor de lange termijn. En dat is waar we nu de prijs voor betalen. De stijgende prijzen zijn de eerste tekenen van de werkelijke kosten die schuil gaan achter onze jarenlang vanzelfsprekende grondstoffen. Boze boeren, families die hun energierekeningen niet kunnen betalen; het is het resultaat van jarenlang de werkelijke kosten negeren.
Achterstallig onderhoud
En dat is pas het begin. Willen we een comfortabele toekomst zullen we achterstallig onderhoud moeten gaan plegen. En dat betekent geld uitgeven aan de juiste maatregelen, eerlijk zijn over de kosten die dat op de korte termijn betekent en transparant zijn over de besparingen en de meerwaarde op de lange termijn. Voor inschrijvers betekent dat innovatieve plannen schrijven voor een bestendige toekomst. En voor beoordelaars betekent het dat ze zich beseffen dat de beste kwaliteit voor de laagste prijs hopeloos verouderd is.