“Goedemorgen, Jeroen van communicatiebureau H!p”
“Goedemorgen Jeroen, welkom, ga zitten. Frits van der Houwen, Gemeente Havenzande. Was de opdracht duidelijk?”
“In principe wel, maar ik had nog wat vragen. U noemt bijvoorbeeld dat u een voorstel wilt hoe wij uw online aanwezigheid versterken. Kunt u vertellen op welke specifieke kanalen u doelt?”
“Nee.”
“Ehm, oh… Nou, ja, ik denk dat we zelf ook wel iets… Goed. Komen we vast wel uit. Stel, wij winnen de opdracht, wie wordt dan eigenaar van de werkbestanden?”
“Zie opdrachtomschrijving.”
“Oh, ik heb het nergens zien st… Hmm, dan moet ik… Eh, ik zag verder dat u een referentie vraagt van een, ehm, ‘overkoepelende campagne met meerwaarde’, waaruit onze ‘expertise met het vakgebied’ naar voren komt?”
“U stelt geen vraag.”
“Wat? Ah, nou ja, wat ik bedoel…”
“De termijn voor het stellen van vragen is verstreken. Wij zien uw offerte graag komende vrijdag om 9 uur op ons bureau. Alles wat ook maar een seconde later binnenkomt, meer dan 4 pagina’s is of in het verkeerde lettertype is geschreven gooien we weg. Succes!”