Doorgaan naar content
Doorgaan naar content
Corus

Begrippenlijst

Van A-Z uitgelegd

A

  • Aanbesteding – Een procedure waarbij een opdrachtgever (aanbestedende dienst) bedrijven uitnodigt om een offerte in te dienen voor een opdracht.

  • Aanbestedende dienst – Overheidsorganisatie of publiekrechtelijke instelling die opdrachten in de markt zet.

  • Aanbestedingsdocumenten – Alle officiële stukken die horen bij een aanbesteding, zoals bestek, programma van eisen en inschrijfformulieren.

  • Aanbestedingswet – Nederlandse wet die de regels voor aanbesteden vastlegt.

  • Algemene voorwaarden – Standaardbepalingen die gelden voor een opdracht of overeenkomst.

B

  • Bestek – Document met technische specificaties en voorwaarden voor de opdracht.

  • BLVC-plan – Plan voor Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie bij bouwprojecten.

  • Bouwteamovereenkomst – Contractvorm waarbij opdrachtgever en aannemer samenwerken in de ontwerpfase.

  • BVP (Best Value Procurement) – Inkoopmethode waarbij kwaliteit zwaarder weegt dan prijs en de opdrachtnemer veel vrijheid krijgt in de uitvoering.

C

  • Concurrentiegerichte dialoog – Procedurevorm waarbij opdrachtgever met geselecteerde partijen in gesprek gaat om samen de beste oplossing te vinden.

  • Consortium – Samenwerkingsverband van meerdere bedrijven om gezamenlijk in te schrijven.

  • Contractvorm – De juridische constructie en afspraken waaronder de opdracht wordt uitgevoerd.

D

  • Dagvaarding – Juridische oproep om voor de rechter te verschijnen, bijvoorbeeld bij een aanbestedingsgeschil.

  • Dynamisch aankoopsysteem – Flexibel systeem waarbij leveranciers zich tijdens de looptijd kunnen inschrijven.

E

  • EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving) – Gunning op basis van zowel prijs als kwaliteit.

  • Europese drempelwaarden – Bedragen boven welke een aanbesteding Europees gepubliceerd moet worden.

  • Eigen verklaring / UEA – Formulier waarmee inschrijvers verklaren te voldoen aan gestelde eisen.

G

  • Gunningscriteria – De voorwaarden en weging waarop de inschrijvingen worden beoordeeld.

I

  • Innovatiepartnerschap – Procedure voor het ontwikkelen én inkopen van innovatieve oplossingen.

  • Inschrijftermijn – Periode waarbinnen een inschrijving moet worden ingediend.

  • Inschrijvingsbiljet – Officieel formulier waarmee je je inschrijving bevestigt.

K

  • Kansendossier – Overzicht van kansen en sterke punten die je in je inschrijving kunt benutten.

  • Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s) – Meetbare doelen om prestaties tijdens de uitvoering te volgen.

M

  • Mededingingsprocedure met onderhandeling – Procedure waarbij na een eerste selectie wordt onderhandeld over de inschrijving.

  • Meervoudig onderhandse aanbesteding – Aanbesteding waarbij meerdere partijen rechtstreeks worden uitgenodigd.

N

  • Nota van Inlichtingen (NvI) – Document met antwoorden op vragen van inschrijvers en eventuele wijzigingen in de aanbesteding.

O

  • Openbare aanbesteding – Procedure waarbij iedereen mag inschrijven.

  • Onderaannemer – Bedrijf dat een deel van de opdracht uitvoert in opdracht van de hoofdaannemer.

  • Onderhands aanbesteden – Aanbesteding waarbij één of enkele partijen rechtstreeks worden uitgenodigd.

P

  • Plan van aanpak – Document waarin de inschrijver uitlegt hoe hij de opdracht gaat uitvoeren.

  • Programma van Eisen (PvE) – Lijst met eisen en wensen waaraan de inschrijving moet voldoen.

  • Proportionaliteit – Principe dat eisen en voorwaarden in verhouding moeten staan tot de opdracht.

R

  • Raamovereenkomst – Overeenkomst voor een langere periode, waarbinnen meerdere opdrachten worden geplaatst.

  • Referentie-eisen – Eisen over eerdere projecten die je moet aantonen om in aanmerking te komen.

  • Risicodossier – Overzicht van mogelijke risico’s en hoe deze worden beheerst.

S

  • Selectiecriteria – Eisen waaraan een inschrijver moet voldoen om te mogen meedoen.

  • Social Return on Investment (SROI) – Voorwaarden over het inzetten van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.

  • Subgunningscriteria – Uitwerking van de hoofdcategorieën waarop wordt beoordeeld.

T

  • Tender – Engelse term voor aanbesteding.

  • Tenderstrategie – Plan om de aanbesteding zo kansrijk mogelijk aan te pakken.

U

  • Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) – Europees standaardformulier waarmee je verklaart te voldoen aan gestelde eisen.

V

  • Voorlopige gunning – Bekendmaking van de voorgenomen winnaar, voordat de opdracht definitief wordt gegund.

  • Vragenronde – Fase waarin inschrijvers vragen kunnen stellen over de aanbesteding.

W

  • Werkbeschrijving – Document met gedetailleerde omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden.